D’n irste openbare Opstoet in 1965. Foto: Frans van Aarle
Binnenkort is het weer zo ver, we nemen allemaal even afscheid van Tilburg en laten ons onderdompelen in Kruikenstad. Een week lang staan we allemaal met groen oranje om de nek en goudgeel in de hand. Voor menig Tilburger is dit de favoriete week van het jaar, maar hoeveel weten we nu eigenlijk van deze prachttijd? Wij Zijn Tilburg is voor jullie de geschiedenisboeken ingedoken. Hèdde wir iets om over te zèèvere.
Wist je dat carnaval vroeger verboden was in Tilburg?
In 1847 werd het veertigurengebed door de kerk ingesteld op vastenavond. Hiermee hoopten ze de viering van carnaval enigszins de kop in te drukken. Toen carnavalsvierders het veertigurengebed in 1857 verstoorde was de pater woest. Het gevolg? Openbaar carnaval werd tot 1965 verboden in Tilburg. Het speelde zich na dit voorval voornamelijk achter gesloten deuren af bij bijvoorbeeld de carnavalsverenigingen. Verkleed over straat gaan was verboden, dus de carnavallers droegen lange jassen en mutsen om hun kostuums te verbergen op weg naar de feestlocaties.
Dit duurde ruim 100 jaar, maar voordat openbaar carnaval weer werd toegestaan, werd er eerst een paar jaar geëxperimenteerd met kindercarnaval. In 1960 vond de eerste kinderoptocht plaats in het centrum. Zo’n 3000 kinderen en 20 wagens deden mee. In totaal kwamen er 30.000 mensen op af.
Op aandringen van de carnavalsverenigingen en de Tilburgse horeca is de gemeente Tilburg uiteindelijk overstag gegaan. Er moest wel een goed plan voorgelegd worden aan het gemeentebestuur. Het comité Stadscarnaval Tilburg werd opgericht, evenals de Raad van Elf en verschillende commissies. De eerste legale optocht in 1965 was gelijk een succes en trok zo’n 70.000 bezoekers. In 1968 werd Carnavalsstichting Tilburg opgericht en werd de kruikenzeiker voor het eerst gebruikt als carnavalssymbool in Tilburg. De basis voor het carnaval zoals we het nu kennen was gelegd.
Hier komen ook de Tilburgse carnavalskleuren vandaan. Toen openbaar carnaval verboden was, stond het stoplicht voor carnaval als het ware op rood. Rond 1960 werd carnaval op sommige vlakken gedoogd en stond het stoplicht op oranje. Sinds 1965 is carnaval weer helemaal toegestaan en staat het stoplicht op groen. De kleuren groen oranje zijn sindsdien onlosmakelijk verbonden met kruikenstad.

D’n Opstoet in 2017. Foto: Freddie de Roeck
Wist je dat carnaval vroeger heel anders gevierd werd?
Vroeger was carnaval een stuk minder gezellig. Zo werd het maar één avond gevierd, op de vastenavond. De meeste mensen dronken gewoon thuis een biertje of een borreltje en aten spekpannenkoeken, maar de carnavalsvierders gingen de deur uit om spelletjes te spelen zoals gansrijden en katknuppelen. En dat was net zo dieronvriendelijk als dat het klinkt.
Kinderen trokken destijds langs de deuren met een rommelpot. Een simpel instrument gemaakt door een varkensblaas over een pot te spannen. Ze zongen hierbij al bedelend een liedje net zoals ze nu doen met Driekoningen.
Wist je dat we vroeger echt met zijn allen in kruiken stonden te zeiken?
Kruikenstad komt van de bijnaam voor Tilburgse inwoners, kruikenzeikers. Vroeger moesten textielarbeiders, Tilburg is immers een textielstad van oorsprong, hun urine verzamelen in een kruik. Oftewel, in de kruik zeiken. De arbeiders kregen destijds 8 duiten, zo’n 5 cent, voor een volle kruik urine. Deze werd op verschillende manier gebruikt bij het bewerken van wol. Voornamelijk voor het reinigen ervan. Dit duurde tot circa 1850, toen namen andere chemicaliën het over. Een acte uit 1689 over het reinigen van wol zegt hierover ‘met een stinckende vochtighe materie, te weten met warm stinckende pis’.
Zo zijn er nog meer termen die we tijdens carnaval gebruiken die hun oorsprong vinden in het verleden. Zoals bij velen niet onbekend komt carnaval voort uit de vastenavond, de avond voordat we 40 dagen gingen vasten en dus geen vlees aten. Het woord carnaval is waarschijnlijk afgeleid van de termen uit het Latijn ‘carne’ en ‘vale’ wat ‘vaarwel vlees’ betekent.
En Dweilen dan, wie kent het niet. Van kroeg naar kroeg gaan om overal een biertje te drinken. De term dweilen heeft echter niks te maken met het dweilen van een vloer, maar draagt de oude betekenis ‘doelloos, dan wel dronken, op straat rondzwerven’. Klinkt toepasselijk.
Weet jij waarom het getal elf zo belangrijk tijdens carnaval?
Dat elf het gekkengetal is hoeven wij je waarschijnlijk niet te vertellen. Maar weet je ook waarom dat zo is? Vroeger hadden veel getallen een symbolische betekenis, zo was 10 het volmaakte getal en was 12 heilig. 11 staat hier net tussenin, het was dus niet volmaakt en ook niet heilig. Wat goed aansluit bij de normen en waarden van carnaval. Daarnaast 11 is twee keer 1, het getal voor eendracht. Belangrijk, omdat iedereen met carnaval gelijk is. De welbekende uitspraak ‘Alaaf’ zou ook een verbastering zijn van ‘elf’, maar dat is niet zeker.